Rechtbank Noord-Nederland beslist dat Rijnvarende, X, niet verzekeringsplichtig is in Nederland omdat hij geen substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in Nederland heeft verricht.

Belanghebbende, X, woont het hele jaar 2015 in Nederland. Hij werkt het hele jaar in loondienst voor een Liechtensteinse werkgever. X voert zijn werkzaamheden dat jaar uit op een binnenvaartschip dat hoofdzakelijk op de Rijn vaart. Volgens de Liechtensteinse A1-verklaring is op X tot en met 31 juli 2015 het Liechtensteinse sociale verzekeringsrecht van toepassing is. Er is geen A1-verklaring afgegeven door de Svb voor wat betreft het jaar 2015. X stelt het gehele jaar 2015 niet verplicht verzekerd te zijn voor de Nederlandse volksverzekeringen. De inspecteur is van mening dat X in de periode 1 augustus 2015 tot en met 31 december 2015 in Nederland verzekeringsplichtig is. 

Volgens Rechtbank Noord-Nederland moet op grond van artikel 13, Verordening (EG) nr. 883/2004 vastgesteld worden of X in Nederland verzekerd en premieplichtig is. Een A1-verklaring ontbreekt immers. Vast staat dat X in de in geschil zijnde periode voor 21,87% zijn werkzaamheden in Nederland heeft verricht. Volgens de rechtbank heeft X geen substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden in Nederland verricht. Dat betekent dat hij niet verzekerd is voor de Nederlandse premies volksverzekeringen in 2015. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 29 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen