Rechtbank Den Haag oordeelt dat er alleen een aftrekbaar vermogensverlies is als X haar certificaten heeft moeten verkopen tegen een waarde die lager is dan de ten tijde van de verkoop geldende marktwaarde.
X werkt in loondienst als senior-manager. In het kader van haar dienstbetrekking heeft X certificaten van aandelen verworven voor in totaal € 241.547. Na een overname in 2017 verkoopt X de certificaten voor € 95.397. X stelt dat haar verlies negatief loon is. Volgens de inspecteur vallen de certificaten in box 3. Bij de navordering over 2016 is waarde daarvan € 95.397 en het verlies is in 2017 niet aftrekbaar.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat er alleen een aftrekbaar vermogensverlies is als X haar certificaten heeft moeten verkopen tegen een waarde die lager is dan de ten tijde van de verkoop geldende marktwaarde. Het is dus niet relevant of X ten opzichte van haar investering een verlies heeft geleden (zie HR 15 april 2016 14/06257, V-N 2016/23.17). De certificaten behoren tot het privévermogen en vallen dus onder de heffingsgrondslag van box 3. In de beroepsfase is de box 3-heffing van 2017 verlaagd (zie HR 24 december 2021, 21/01243, V-N 2022/2.3), zodat het beroep slechts in zoverre gegrond is. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 2000.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.82
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 23 januari