Hof ’s-Hertogenbosch beslist dat X geen negatief loon in aanmerking kan nemen omdat hij in het in geschil zijnde jaar niets aan zijn (ex) werkgever heeft terugbetaald. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Belanghebbende, X, neemt in zijn aangifte ib/pvv 2011 een bedrag van € 6514 in aanmerking als negatief loon. Dit in verband met de afwikkeling van zijn dienstbetrekking. X houdt hierbij rekening met de uitspraak van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg van 23 juni 2011. Daarin is X veroordeeld tot een (terug)betalingsverplichting van de ten onrechte genoten variabele vergoedingen in de jaren 2007 en 2008 en een schadevergoeding. De inspecteur staat de aftrek van negatief loon niet toe. X komt uiteindelijk, ook tegen de beschikking heffingsrente, in hoger beroep.

Volgens Hof ’s-Hertogenbosch (MK I, 6 juli 2018, 17/00229, V-N 2018/56.1.2) kan X geen negatief loon in aanmerking nemen, omdat X in het jaar 2011 niets heeft terugbetaald. Verder beslist het hof dat de beschikking heffingsrente conform de wettelijke bepalingen is vastgesteld. Dat het opleggen van de aanslag is vertraagd doordat de (ex)werkgever onjuiste informatie aan de inspecteur heeft verstrekt, is geen reden voor vernietiging of vermindering daarvan. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f

Wet inkomstenbelasting 2001 3.80

Wet op de loonbelasting 1964 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 november

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen