Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur het negatieve TBS-resultaat terecht heeft gecorrigeerd. De borgstelling door X is onzakelijk. De inspecteur maakt aannemelijk dat een onafhankelijke derde onder deze omstandigheden geen borgstelling zou aangaan.

X houdt de aandelen in holding BV. In 2004 verbindt hij zich als borg tot zekerheid van de leningen die holding BV is aangegaan bij de bank. In 2007 stelt X zich, bij onderhandse akte, nogmaals borg voor de schulden van holding BV, en ook voor die van de werk-BV. Op dat moment zijn zowel het eigen vermogen van holding BV als dat van de werk-BV negatief. Ter zake van de borgstellingen worden geen schriftelijke overeenkomsten opgesteld en geen zekerheden gesteld. Verder geldt de aansprakelijkheidsstelling voor oude en nieuwe schulden waarbij geen einddatum is overeengekomen. In 2017 vindt een executoriale verkoop van het bedrijfspand plaats, waarvan X mede-eigenaar is. In zijn IB-aangifte houdt X rekening met een negatief TBS-resultaat. De inspecteur accepteert dit niet, omdat er naar zijn mening sprake is van een onzakelijke borgstelling. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur het negatieve TBS-resultaat terecht heeft gecorrigeerd. De borgstelling door X is onzakelijk. De inspecteur maakt aannemelijk dat een onafhankelijke derde onder deze omstandigheden geen borgstelling zou aangaan. De tweede borgstelling is aangegaan uit een aandeelhoudersmotief en speelt zich af in de kapitaalsfeer. Het hof overweegt daarbij dat uit de feiten volgt dat X is aangesproken in verband met deze tweede borgstelling. De regresvordering die X op de BV krijgt, kan hij dan niet afwaarderen ten laste van zijn inkomen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 4 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen