X ontvangt in november 2010 een brief met vragen over mogelijk in het buitenland aangehouden bankrekeningen. De brief gaat vergezeld van de formulieren Verklaring in het buitenland aangehouden bankrekening(en) en Opgaaf in het buitenland aangehouden bankrekening(en). Het eerstgenoemde formulier stuurt X ondertekend terug met de opmerking ‘n.v.t.'. De inspecteur legt X daarna navorderingsaanslagen IB/PVV op in verband met een in het buitenland aangehouden bankrekening. Als X bezwaar maakt tegen de aanslagen, legt de inspecteur een informatiebeschikking op waarin hij (enkel) vraagt naar dezelfde informatie als uit de brief van november 2010.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur ook in de bezwaarfase een informatiebeschikking mag opleggen. Het hof overweegt dat (i) de inspecteur ook in de bezwaarfase zijn bevoegdheden ingevolge art. 47 AWR mag uitoefenen, (ii) dat dit ook het geval is indien hij die bevoegdheden reeds in de fase voorafgaand aan het opleggen van de belastingaanslag heeft aangewend zonder het geven van een informatiebeschikking en (iii) dat de inspecteur in een zodanig geval, in de bezwaarfase tegen de aanslag alsnog een informatiebeschikking mag opleggen. De enkele omstandigheid dat de inspecteur de bevoegdheden ingevolge art. 47 AWR reeds in de fase voorafgaand aan het opleggen van de belastingaanslag heeft uitgeoefend levert geen strijd op met enig beginsel van behoorlijk bestuur, aldus het hof in afwijking van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47 en 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 5 december