Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de opgelegde navorderingsaanslag wegens het ontbreken van een nieuw feit. De inspecteur weet niet wanneer hij aan de navorderingsaanslag ten grondslag liggende informatie heeft gekregen

Belanghebbende X, geniet in 2007 inkomsten als gastouder voor de opvang van zijn kleinkinderen. De zoon van X vraagt via een formulier kinderopvangtoeslag aan waarin hij opneemt de gegevens van zijn vader als gastouder en het betaalde bedrag van € 14.471. De inspecteur stelt dat uit voornoemd formulier blijkt, dat X resultaatinkomsten als gastouder geniet die hij over 2007 niet opgeeft en legt hem een navorderingsaanslag IB/PVV op.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag dient te worden vernietigd. Gelet op de datum van 9 december 2008 op het aanvraagformulier en de dagtekening 8 december 2009 van de primitieve aanslag IB/PVV, is het mogelijk dat de inspecteur reeds vóór het opleggen van deze aanslag op de hoogte is van dit gegeven. De inspecteur weet niet wanneer hij deze informatie heeft gekregen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat sprake is van het voor navordering benodigde nieuwe feit.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen