X drijft samen met zijn echtgenote een onderneming in de vorm van een maatschap. Daarnaast bezitten X en zijn echtgenote samen alle aandelen in bv1. Bv1 heeft een 100%-belang in bv2. Bv 2 exploiteert een rundveebedrijf in combinatie met akkerbouw. Per 1 januari 2016 is de maatschapsovereenkomst gewijzigd. In de nieuwe maatschap zijn de maten X, zijn echtgenote, bv2 en de zoon van X. In geschil is of de aanslag 2016 juist is vastgesteld en in het bijzonder of er per 1 januari 2016 een nieuwe maatschap tot stand is gekomen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat er een nieuwe stille maatschap tot stand is gekomen. Uit de administratie blijkt dat niet op alle punten uitvoering is gegeven aan de aanvulling op de maatschapsovereenkomst. Tevens is de rechtbank van mening dat de inspecteur het belastbare loon van bv1 op de juiste hoogte heeft vastgesteld en de zelfstandigenaftrek terecht heeft geweigerd. Dat het dienstverband van X bij bv1 is beëindigd, wordt verder niet onderbouwd. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 16 september