Belanghebbende, X bv, behoort tot een concern dat zich bezig houdt met het verzorgen van administraties, het opmaken van jaarrekeningen en het verzorgen van fiscale aangiften. Op 13 maart 2012 kondigt de inspecteur een boekenonderzoek aan bij het concern dat betrekking heeft op de jaren 2008 tot en met 2011. De inspecteur vraagt op dat moment meteen om de auditfiles financiële administratie van de tot het concern behorende vennootschappen, inkomende en uitgaande facturen, een specificatie van de aangiften omzetbelasting, bankafschriften en de personeelsadministratie. Keer op keer wordt het boekenonderzoek van de kant van het concern afgezegd en probeert de inspecteur tevergeefs een nieuwe afspraak te maken en doet hij wederom verzoeken tot het verkrijgen van de informatie. Op 23 november 2012 geeft de inspecteur informatiebeschikkingen af aan X bv, de overige vennootschappen van het concern en aan bestuurder X. In beroep is in geschil of dit terecht is. Rechtbank Gelderland is van mening dat de informatiebeschikkingen terecht zijn afgegeven. De rechtbank stelt geen nieuwe termijn om de in de informatiebeschikkingen verzochte informatie te verstrekken. Volgens de rechtbank is namelijk sprake van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht als bedoeld in het laatste onderdeel van artikel 27e, lid 2, AWR. De procedure tegen de informatiebeschikkingen is uitsluitend gevoerd om de aanvang van het boekenonderzoek te traineren. Hiervoor is de rechtsgang tegen de informatiebeschikking niet bedoeld. De beroepen van X bv, X en de overige vennootschappen worden ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a