X handelt in tweedehands auto’s en geeft in zijn aangifte omzetbelasting over 2019 aan dat hij het overgrote deel van de auto’s intracommunautair levert aan Z in Bulgarije, waarbij X gebruik maakt van afhaalverklaringen. Uit informatie van de Bulgaarse Belastingdienst blijkt dat Z niet bestaat op het opgegeven adres. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op en stelt dat de afhaalverklaringen gebreken vertonen. Volgens de inspecteur was Z geen vaste afnemer en kan hierdoor het nultarief niet kan worden toegepast. X gaat in beroep.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur terecht naheft. X mag niet met afhaalverklaringen werken bij leveringen aan Z, omdat geen sprake is van een vaste afnemer, aangezien Z minder dan een jaar bestaat en X na slechts één levering is overgegaan op het gebruik van afhaalverklaringen. Z kan niet gedurende 2019 alsnog vaste afnemer worden omdat X niet kan beoordelen of de auto’s naar andere lidstaten zijn vervoerd. Ook de boete voor grove schuld is terecht. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 28 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag