Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen pleitbaar standpunt heeft, omdat tijdens het indienen van de aangiften al duidelijk was dat een objectieve voordeelsverwachting ontbrak.

X is sinds 2008 eigenaar van een bedrijf en behaalt alleen negatieve resultaten en geeft de resultaten aan als winst uit onderneming in zijn aangiften. In februari 2021 ontvangt hij aanslagen IB/PVV en ZVW 2018, welke conform de aangiften zijn opgelegd. In april 2021 legt de inspecteur navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW 2018 op, waarbij hij geen rekening houdt met het negatieve resultaat uit het bedrijf. In geschil is of de inspecteur mag navorderen op grond van een kenbare fout.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat navordering mogelijk is en de inspecteur zich kan beroepen op een kenbare fout omdat geen sprake is van een beoordelingsfout, maar van fouten door de geautomatiseerde verwerking van de aangiften. Het door X in de aangifte ingenomen standpunt is niet pleitbaar. Op het moment van het indienen van de aangiften was namelijk al tien jaar sprake van verliezen en geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 2 april

504

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen