X bv is in 1994 op naar Nederlands opgericht. Haar activiteiten bestaan uit de handel in plastics en aanverwante materialen. X bv heeft haar activiteiten in 2011 gestaakt. Tot 1 december 2011 is B enig bestuurder van X bv. Op 1 december 2011 is de zetel van X bv verplaatst van Nederland naar Malta en is B teruggetreden als bestuurder. Per 1 december 2011 is C ltd benoemd tot enig bestuurder van X bv. De feitelijke leiding wordt in deze jaren uitgeoefend op Malta. Voor 2012, 2013 en 2014 doet X bv aangifte VPB en past daarbij de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinst toe voor vermogenswinsten behaald met obligaties en aandelen die door een Zwitserse vermogensbeheerder via een Zwitserse bank worden belegd. De inspecteur wijkt af van de aangifte en past de objectvrijstelling niet toe. X bv maakt bezwaar en gaat in beroep. X bv stelt zich primair op het standpunt dat de remittancebepaling uit het verdrag met Malta voorkomt dat Nederland kan heffen over de vermogenswinsten en subsidiair dat door Malta geheven ITA-belasting in aftrek kan worden gebracht.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat X bv in Malta is aangewezen als non-domiciled resident en dat als gevolg daarvan vermogenswinsten niet zijn onderworpen aan belastingheffing, ongeacht of de remittancebepaling van toepassing is. Dit baseert het hof op een brief van de Maltese inspecteur, waarin wordt aangegeven dat de vermogenswinsten in Malta niet in de belastingheffing worden betrokken. Nederland hoeft geen voorkoming te verlenen in de vorm van de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten. De Maltese ITA-belasting kan in aftrek worden gebracht op de winst.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 10
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 16 februari