Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur terecht de toepassing van de ondernemersaftrek weigert nu belanghebbende niet aannemelijk maakt dat zij aan het urencriterium voldoet.

X is in dienstbetrekking bij A. In 2008 werkt zij 1561 uur binnen deze dienstbetrekking. X' echtgenoot start in 2006 met een eenmanszaak. Met ingang van 2007 wordt deze onderneming een vennootschap onder firma, waarbij X als vennoot toetreedt. X gaat in verband met ziekte van haar echtgenoot naast haar dienstbetrekking werken voor de vof. X claimt in haar aangifte inkomstenbelasting over 2008 ondernemersaftrek. In geschil is of X recht heeft op de ondernemersaftrek.

Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op ondernemersaftrek nu zij niet aannemelijk maakt dat zij voldoet aan het urencriterium. De urenspecificaties zijn achteraf opgemaakt en gebaseerd op niet onderbouwde schattingen. Voorts komt ter zitting vast te staan dat X de in de urenspecificatie vermelde cursussen en seminars volgt in het kader van haar dienstbetrekking en niet in het kader van de onderneming. X' hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen