Verzoekster doet tevergeefs een beroep op het besluit aanstaande partners. Het beroep op de hardheidsclausule is terecht afgewezen.
Verzoekster is 79 jaar oud, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont al 30 jaar in Zwitserland. In 2004 krijgt zij een relatie met een in Nederland wonende man. Verzoekster verblijft circa zes maanden per jaar bij deze man in Nederland. Zij stonden niet op hetzelfde woonadres ingeschreven. Op grond van de wetgeving tot en met 2009 kwalificeren beiden als partner voor de Successiewet. Op 25 februari 2014 overlijdt de man plotseling. Erflater heeft de verzoekster in zijn testament tot enig erfgename benoemd en haar circa € 1 miljoen nagelaten. De Belastingdienst merkt verzoekster aan als 'overige verkrijger'. Verzoekster meent dat toepassing van het partnertarief in haar geval op zijn plaats zou zijn. Zij waren voornemens om met elkaar in het huwelijk te treden. Zij hebben een huwelijksdag georganiseerd om hun relatie te bekrachtigen. Door het overlijden van de erflater is een formele bekrachtiging er niet van gekomen. Verzoekster procedeert tot aan de Hoge Raad, maar dat beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig is betaald (V-N 2019/8.9).
De Staatssecretaris van Financiën komt niet tegemoet aan het beroep op de hardheidsclausule. Het Besluit aanstaande partners (V-N 2010/34.12) bevat beleid voor situaties waarin de wettelijke tariefgroepsindeling een onbillijkheid van overwegende aard oplevert bij een verkrijging door de aanstaande of ex-echtgenoot, de aanstaande of voormalig ongehuwde partner of de van tafel en bed gescheiden echtgenoot. Volgens de staatssecretaris is van concrete trouwplannen of zichtbare voorbereidingen voor een burgerlijk huwelijk geen sprake en is de wederzijdse zorgplicht geen zelfstandig criterium bij de beoordeling. Verzoekster meent dat de staatssecretaris de goedkeuring te restrictief uitlegt.
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven in de Tweede Kamer is van oordeel dat het standpunt van de staatssecretaris kan worden gedeeld.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 19 juni