Rechtbank Gelderland oordeelt dat de wetgever met de per 1 januari 2010 verruimde partnerregeling binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid is gebleven.

Erflater, de heer A, overlijdt eind 2011. Zijn dochter, mevrouw X (belanghebbende), stond vanaf haar geboorte op hetzelfde adres als A ingeschreven. X is nimmer gehuwd of als partner geregistreerd geweest. In geschil is de aan X opgelegde aanslag erfbelasting en in het bijzonder of X terecht aanspraak maakt op de partnervrijstelling. X stelt dat zij haar vader heeft verzorgd als mantelzorger. Pas na zijn overlijden is (vergeefs) een aanvraag gedaan voor afgifte van een CIZ-indicatie (zie Besluit 28 mei 2013, nr. BLKB2013/909M, V-N 2013/28.20). Rechtbank Gelderland oordeelt dat de wetgever met de per 1 januari 2010 verruimde partnerregeling binnen zijn ruime beoordelingsvrijheid is gebleven. De eis dat X een mantelzorgcompliment als bedoeld in art. 19a WMO moet hebben ontvangen, is dus geen ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht van X. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35

Successiewet 1956 1a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 19 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen