Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X, die haar moeder intensieve zorg verleende en met haar een gemeenschappelijke huishouding voerde, geen recht heeft op de partnervrijstelling in de erfbelasting. Dit omdat X niet op hetzelfde woonadres als haar moeder stond ingeschreven in de basisregistratie personen.

In het jaar 2015 is de moeder van belanghebbende, X, overleden. X is enig erfgenaam. X heeft aan erflaatster vanaf maart 2005 tot het overlijden intensieve zorg verleend en met haar een gemeenschappelijke huishouding gevoerd. X heeft het zogenoemde mantelzorgcompliment genoten. In geschil is of X recht heeft op de partnervrijstelling. Dit ondanks het feit dat zij niet op hetzelfde woonadres stond ingeschreven in de basisregistratie personen als erflaatster.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de wetgever voor de afbakening van het begrip partner gekozen voor een objectief criterium, namelijk de inschrijving in de basisregistratie personen. De wetgever is hierbij gebleven binnen de hem toekomende ruime beoordelingsmarge. De regelgeving is niet in strijd met artikel 1 EP EVRM en leidt in het geval van X niet tot een individuele en buitensporige last. De beoordeling of een rechtsregel billijk en redelijk is, is uitsluitend aan de wetgever voorbehouden. Het hof is niet bevoegd om de wet in strijd met de letterlijke bewoordingen toe te passen. De partnervrijstelling is, vanwege het niet op hetzelfde woonadres ingeschreven zijn in de basisregistratie personen, niet van toepassing. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Vrijstellingen schenk- en erfbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 32

Successiewet 1956 1a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 15 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen