Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de premies van belanghebbendes arbeidsongeschiktheidsverzekering bij een Duitse verzekeraar niet fiscaal aftrekbaar zijn.

X trekt in zijn aangifte IB/PVV over de jaren 2017, 2018 en 2019 premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af. De AOV loopt bij een Duitse verzekeraar. Volgens de inspecteur zijn de betaalde AOV-premies niet fiscaal aftrekbaar als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. In geschil is de aftrekbaarheid van deze AOV-premies.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de premies voor belanghebbendes AOV niet fiscaal aftrekbaar zijn. Premies voor een AOV kwalificeren alleen voor aftrek als zij zijn verschuldigd aan een toegelaten verzekeraar in de zin van art. 3.126 lid 1 aanhef en onderdelen a, onder 1°, b, c, en d Wet IB 2001. De Duitse verzekeringsmaatschappij is geen toegelaten verzekeraar. De rechtbank verwerpt X’ stelling dat in zijn situatie sprake is van een ongeoorloofde discriminatie. Evenmin is sprake van strijd met EU-recht, in het bijzonder het verbod op beperking van het vrije verkeer van diensten. X’ beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 31 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

344

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen