Hof Amsterdam oordeelt dat de aftrek voor extra kleding en beddengoed alsnog kan worden verleend en dat de navorderingsaanslagen daarom worden vernietigd. X krijgt echter geen proceskostenvergoeding voor het hoger beroep.
X en haar inmiddels overleden echtgenoot laten hun aangiften verzorgen door een kantoor, dat volgens de Belastingdienst opvallend veel specifieke zorgkosten aftrekt. Na een steekproef blijkt dat die aftrekken veelal onterecht zijn. In geschil zijn de navorderingsaanslagen en de beschikking inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van X over 2012, 2013, 2014 en 2015. Niet meer in geschil is dat haar dieetkosten van € 100 voor 2012, 2013 en 2015 wel terecht zijn. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de aftrek voor extra kleding en beddengoed terecht gecorrigeerd. Voor 2014 en 2015 zijn de door X te betalen bedragen minder dan € 450, zodat die aanslag en beschikking in strijd zijn met het correctiebeleid (zie HR 12 november 2021, 21/00184, V-N 2021/49.17). Voor 2012 en 2013 zijn de bedragen € 453 en € 1105, zodat die aanslagen niet worden vernietigd. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding van € 2000 en een proceskostenvergoeding van € 3600 (inclusief bezwaarkosten). X overlegt in hoger beroep alsnog verklaringen van de huisarts over de incontinentie van X en haar echtgenoot in 2012 en 2013.
Hof Amsterdam oordeelt dat de aftrek in 2012 en 2013 voor extra kleding en beddengoed alsnog kan worden verleend en dat de navorderingsaanslagen daarom worden vernietigd. X krijgt echter geen proceskostenvergoeding voor het hoger beroep. Haar gemachtigde heeft namelijk geen afdoende reden gegeven waarom de nader gespecificeerde en toereikende verklaringen niet eerder in de procedure zijn opgevraagd bij de huisarts en destijds zijn ingebracht in de procedure.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 maart