X trekt in zijn aangifte IB/PVV 2015 onder andere de dieet-kosten voor zijn aan koemelkallergie lijdende zoon af. De inspecteur corrigeert de aftrek. Pas in de beroepsfase verstrekt X een in december 2017 door de huisarts opgestelde verklaring waarin is vermeld dat de zoon zich permanent aan een koemelkeitwitvij dieet moet houden. De verklaring vermeldt geen begin- en einddatum. Volgens de rechtbank voldoet een dieetverklaring die geen begin- en einddatum vermeldt niet aan de wettelijke voorwaarden die daaraan worden gesteld. Daarom zijn de dieetkosten niet aftrekbaar. In hoger beroep verstrekt X alsnog een door de huisarts ondertekende dieetbevestiging voor 2015 op naam van de zoon. Daarin is als ingangsdatum diens geboortedatum opgenomen en als einddatum heden.
Hof Amsterdam volgt partijen die in hoger beroep overeenkomen dat de dieetkosten van de zoon van X als zorgkosten aftrekbaar zijn. Het hoger beroep is daarom gegrond. Het hof beslist dat X geen recht heeft op proceskostenvergoeding voor het hoger beroep. De noodzaak tot het instellen van hoger beroep vloeide uitsluitend voort uit de handelwijze van X. De correct ingevulde en ondertekende dieetbevestiging 2015 had in een eerdere fase overgelegd kunnen worden.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 december