Belanghebbende, X, maakt bij het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW) bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2010 van zijn woning. X geniet gedurende de bezwaarprocedure uitstel van betaling voor de aanslagen OZB en waterschapsbelasting. Als de heffingsambtenaar van SVHW het bezwaar ongegrond verklaart, eindigt het uitstel van betaling. In de beroepsfase komt de heffingsambtenaar toch nog geheel aan de grieven van X tegen de WOZ-waarde tegemoet. In geschil is of X recht heeft op vergoeding van de proceskosten bestaande uit taxatiekosten en invorderingskosten (aanmanings- en beslagleggingskosten).
Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat X niet in aanmerking komt voor vergoeding van de taxatie- en invorderingskosten. Het taxatierapport van B heeft geen betrekking op het bezwaar van X tegen de WOZ-beschikking en de aanslagen. Het hof acht zich niet bevoegd om te oordelen over het verzoek van X om vergoeding van de invorderingskosten. Het verzoek betreft een vergoeding gelijkluidend aan het bedrag van aan X in rekening gebrachte invorderingskosten, zoals kosten van aanmaningen, betekeningen van dwangbevelen en betekening van exploten.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 23 juni