Belanghebbenden, X en Y, zijn geregistreerde partners en zijn allebei voor de helft eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente IJsselstein. De gemeente legt voor de onroerende zaak, een combinatie van een woonhuis en een werkruimte, twee WOZ-beschikkigen op. X dient als advocaat namens zichzelf en zijn partner een bezwaarschrift in. Als de gemeente het bezwaar afwijst, gaat X in beroep waar hij alsnog gelijk krijgt. Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de onroerende zaak ten onrechte heeft afgebakend als twee WOZ-objecten. In geschil is enkel nog de proceskostenvergoeding
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken en overweegt daarbij als volgt. De proceshandelingen die. X in bezwaar en beroep in zijn eigen zaak heeft verricht, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Er is namelijk geen sprake van rechtsbijstand, verleend door een derde, hetgeen niet anders wordt nu X optrad namens zijn advocatenpraktijk. De werkzaamheden die X namens zijn partner heeft verricht, zouden voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, ware het niet dat. X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op zakelijke basis is opgetreden namens zijn partner (HR 19 oktober 2012, nr. 11/04773, BNB 2012/317).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 januari