X wordt door de Belastingdienst geïdentificeerd als houder van een bankrekening bij KB Lux. X heeft deze bankrekening nooit opgegeven in haar belastingaangiften. In juni 2013 stuurt de Belastingdienst X een vragenbrief over deze bankrekening. Als X in de beantwoording van deze brief ontkent rekeninghouder te zijn, legt de inspecteur de thans in geschil zijnde informatiebeschikkingen op. Nadat X in hoger beroep informatie heeft gegeven over de bankrekening, besluit de inspecteur de informatiebeschikkingen in te trekken en deelt hij mee geen navorderingsaanslagen op te leggen. Op verzoek van de inspecteur trekt X daarop zijn hoger beroepen in.
Hof Den Haag oordeelt dat geen recht bestaat op een proceskostenvergoeding nu X pas in hoger beroep de gevraagde informatie heeft verstrekt over zijn KB Lux bankrekening. Nu niet gebleken is dat X dat niet eerder, bijvoorbeeld voorafgaand aan het nemen van de informatiebeschikkingen, in bezwaar of beroep of eerder in hoger beroep had kunnen doen, acht het hof geen termen aanwezig de inspecteur te veroordelen in de door X gemaakte proceskosten en evenmin aanleiding de teruggave van het griffierecht te gelasten.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a