Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat X ondanks het gegronde beroep geen recht heeft op een proceskostenvergoeding.

X komt in beroep tegen een WOZ-beschikking van zijn woning. Hij laat zich bijstaan door een gemachtigde die optreedt op basis van no-cure-no-pay.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat X ondanks het gegronde beroep geen recht heeft op een proceskostenvergoeding. De kosten van rechtsbijstand komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat X geen daadwerkelijke kosten heeft gemaakt of zal maken. Voor een veroordeling in rechtsbijstandskosten is noodzakelijk dat aan die bijstand ook daadwerkelijk kosten zijn verbonden. In de algemene voorwaarden van de rechtsbijstandsverlener is de betalingsverplichting voor de cliënt afhankelijk gesteld van een door de rechtbank uitgesproken proceskostenveroordeling. Bij de cliënt worden dus geen kosten gemaakt zolang de rechtbank niet overgaat tot een proceskostenveroordeling. Het kan niet zo zijn dat de betalingsverplichting exclusief in het leven wordt geroepen door het uitspreken van een proceskostenveroordeling zelf. De algemene voorwaarden geven daarom aanleiding om geen veroordeling uit te spreken voor de vergoeding van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

61

Gerelateerde artikelen