Y bv ontvangt een aantal WOZ-beschikkingen die na bezwaar in stand blijven. De gemachtigde van Y bv gaat uitdrukkelijk namens (belanghebbende en natuurlijk persoon) X in beroep bij de rechtbank tegen de uitspraken op bezwaar ten name van Y. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof Amsterdam stelt vast dat X niet gerechtigd is om op eigen naam beroep in te stellen. De rechtbank had daarom X niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beroep. Omdat X geen belang heeft bij vernietiging van de uitspraken, bevestigt het hof de uitspraak van de rechtbank. Omdat X evident niet gerechtigd was beroep in te stellen, kan hij niet worden geacht spanning en frustratie te hebben ondervonden. Ook is de uitspraak van het hof binnen een redelijke termijn gedaan. Een ISV is niet aan de orde.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 6 juni