X heeft de Chinese nationaliteit en woont sinds 26 augustus 2017 in Nederland. X volgt in Nederland een opleiding aan de UvA. Op 21 augustus 2017 maakt zij € 16.350 collegegeld over. In haar aangifte IB/PVV 2017 heeft X dit bedrag als persoonsgebonden aftrek (scholingsuitgaven) opgenomen. De inspecteur weigert de aftrek. X gaat in beroep.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht op aftrek heeft van het door haar betaalde collegegeld omdat zij ten tijde van betaling nog geen binnenlands belastingplichtige was. Zij woonde op het moment van betalen nog niet in Nederland. Het treffen van voorbereidingen op de emigratie maken niet dat X eerder binnenlands belastingplichtige is geworden. Dat X na 21 augustus 2017 binnenlands belastingplichtige is geworden en dat het betaalde collegegeld samenhangt met de studieperiode in Nederland maakt niet dat het collegegeld alsnog als scholingsuitgaven in aftrek kunnen worden gebracht. Het moment van betaling is bepalend. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.40
Wet inkomstenbelasting 2001 6.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 23 februari