Hof Amsterdam beslist dat X geen recht heeft op aftrekbare uitgaven voor levensonderhoud.

Belanghebbende, X, is ongehuwd en woont gedurende het gehele jaar 2013 alleen. Zij heeft samen met A twee kinderen, B geboren in 1982 en C geboren in 1985. De kinderen wonen in 2013 in Amerika. X en A zijn niet gehuwd geweest en hebben alleen in het jaar 1992 enige tijd samengewoond. In geschil is onder andere of X aftrekbare uitgaven voor levensonderhoud heeft gedaan voor A en B. De rechtbank beslist dat de betalingen aan A, net als in de jaren 2009 tot en met 2011, niet voor aftrek in aanmerking komen. De aan B gedane betalingen zijn niet aftrekbaar reeds omdat B in het jaar 2013 ouder was dan de voor dat jaar in art. 6.13 Wet IB 2001 (tekst 2013) opgenomen leeftijdsgrens van 21 jaar. X komt in hoger beroep.

Hof Amsterdam komt niet aan het verzoek van X tegemoet om de geplande zitting uit te stellen. Dit vanwege het ontbreken van een zwaarwegende omstandigheid die uitstel rechtvaardigt. Verder verenigt het hof zich met de oordelen van de rechtbank. X heeft in hoger beroep geen feiten en omstandigheden aangevoerd die een nieuw of ander licht op de zaak kunnen werpen. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.13

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen