X en Y hebben in 2019 opdracht gegeven tot de bouw van een woning. De levering van de grond en de bouw van de woning zijn belast met omzetbelasting. Een deel van de woning, de zolderverdieping, wordt verhuurd aan de BV van X. X en Y hebben een deel van de voorbelasting afgetrokken. De inspecteur heeft de teruggaafbeschikkingen omzetbelasting voor 2019 en 2020 geweigerd, behalve voor de omzetbelasting op de zonnepanelen. X en Y maken bezwaar en stellen dat de verhuur van de zolderverdieping een belastbare prestatie is. De inspecteur betwist dit en stelt dat er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband is tussen de verwerving van de woning en de verhuur van de zolderverdieping. De zolderverdieping wordt door de aanwezige technische ruimte en aansluiting voor de wasmachine ook voor privédoeleinden gebruikt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X en Y geen recht hebben op aftrek van voorbelasting voor de gemengd gebruikte zolderverdieping van de woning. De rechtbank stelt vast dat er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband is tussen de verwerving van de woning en de verhuur van de zolderverdieping. De woning is voornamelijk verworven om in te wonen, en de verhuur van de zolderverdieping is een bijkomstige activiteit. Daarnaast is opteren voor belaste verhuur niet mogelijk omdat de zolderverdieping ook voor privédoeleinden wordt gebruikt, zoals het doen van de was. De beroepen van X en Y zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 6a
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 31 maart
Informatiesoort: VN Vandaag