Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op de IACK omdat zij en haar dochter niet gedurende meer dan zes maanden staan ingeschreven op hetzelfde woonadres. Door een inschrijving van acht maanden op een briefadres, voldoen zij niet aan de wettelijke inschrijvingsvereiste.

Belanghebbende, X, heeft in 2018 geen fiscaal partner. X en haar dochter, geboren in 2007, staan in 2018 voor een korte periode ingeschreven op hetzelfde woonadres. Voor het grootste deel van het jaar staan zij beiden ingeschreven op hetzelfde briefadres. Omdat moeder en dochter niet gedurende meer dan zes maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven, staat de inspecteur geen inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) toe. In geschil is of X recht heeft op de IACK. Uitsluitend is in geschil of X voldoet aan de wettelijke inschrijvingsvereiste.

Hof Den Haag oordeelt, in tegenstelling tot de rechtbank, dat X geen recht heeft op de IACK aangezien X en haar dochter gedurende ongeveer acht maanden staan ingeschreven op een briefadres. Daarom voldoen zij niet aan het wettelijke inschrijvingsvereiste. Volgens het hof biedt de wettekst geen ruimte om af te wijken van dit duidelijke criterium. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 15 september

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen