Rechtbank Overijssel oordeelt dat de verhoging van de tarieven forensenbelasting in de gemeente Ommen niet leidt tot een willekeurige of onredelijke belastingheffing.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Ommen, zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. In geschil is de aanslag forensenbelasting van € 1320 die de gemeente hem over het jaar 2015 heeft opgelegd. X ageert met name tegen de stijging van het tarief ten opzichte van voorgaande jaren.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat de verhoging van de tarieven forensenbelasting in de gemeente Ommen niet leidt tot een willekeurige of onredelijke belastingheffing. De vraag naar de rechtvaardigingsgrond van de forensenbelasting is een zaak van de (fiscale) wetgever en niet van de belastingrechter. Hetzelfde geldt voor de vraag wat naar maatschappelijke opvattingen nog als een redelijke belasting kan worden gezien. De rechter kan deze aspecten slechts marginaal toetsen. De tariefsverhoging is weliswaar fors, in het geval van X 109,2%, maar daarmee is de heffing nog niet onredelijk of willekeurig. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de tarieven progressief zijn en bovendien gemaximeerd. De gemeenteraad was niet gehouden om vooraf te overleggen met betrokkenen over het tarief. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 1 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen