Het kabinet heeft besloten om geen rechtsherstel te bieden aan belastingplichtigen van wie de definitieve aanslag al onherroepelijk vaststond ten tijde van het Kerstarrest over box 3 (V-N 2022/2.3). De Staatssecretaris van Financiën licht dit besluit toe in een brief aan de Tweede Kamer.
De Hoge Raad heeft op 20 mei 2022 (V-N 2022/23.3) uitgesproken dat belastingplichtigen die voor box 3 niet vielen onder de massaalbezwaarprocedure en van wie de aanslag onherroepelijk was op het moment van het Kerstarrest, juridisch gezien geen recht hebben op het rechtsherstel zoals door de Hoge Raad in het Kerstarrest bevolen. Wel zou politiek anders besloten kunnen worden.
Het kabinet heeft de budgettaire gevolgen, de juridische houdbaarheid en de uitvoeringsgevolgen van de verschillende scenario’s meegewogen. Daarbij is besloten om de beperkt beschikbare budgettaire middelen in te zetten voor het ondersteunen van de koopkracht van burgers en om geen herstel te bieden aan niet-bezwaarmakers.
Verzoeken om ambtshalve vermindering zullen worden afgewezen, conform het arrest van de Hoge Raad.
Lees ook het Dossier Box 3.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Dossiers: Box 3
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën