X doet niet op tijd aangifte omzetbelasting en ontvangt naheffingsaanslagen omzetbelasting. Dit zijn geautomatiseerd opgelegde aanslagen. Buiten de bezwaartermijn van die aanslagen doet X aangifte omzetbelasting met per saldo een terug te geven bedrag. De inspecteur onderzoekt die aangifte en neemt een beschikking "geen teruggaaf" die tussen wal en schip valt. Een aantal jaren later stuurt de gemachtigde een suppletie over de desbetreffende tijdvakken met een terug te geven bedrag. De inspecteur wijst dat verzoek om teruggaaf af. X komt in bezwaar tegen die afwijzing. De inspecteur verklaart X niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. De rechtbank stelt vast dat de aangifte heeft te gelden als een te laat ingediend bezwaar tegen de naheffing en de suppletie als een aanvulling op dat bezwaar. De eerdere tussen wal en schip geraakte beschikking "geen teruggaaf" wordt genegeerd door de rechtbank. In hoger beroep doet het hof hetzelfde.
Hof Amsterdam stelt vast dat de afwijzing van het verzoek om ambtshalve teruggaaf niet voor bezwaar open staat. Het feit dat de Belastingdienst er voor heeft gekozen dergelijke verzoeken ambtshalve in behandeling te nemen doet daar niet aan af. De wetgever heeft bewust de keuze gemaakt om tegen besluiten naar aanleiding van verzoeken om ambtshalve teruggaaf omzetbelasting geen bezwaar en beroep open te stellen. Beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet inzake rijksbelastingen 10a
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Algemene wet bestuursrecht 3:40
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 17 augustus