Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat door de proceshouding van de heer X een onredelijke vertraging dreigt en dat dit zwaarder weegt dan het belang dat X ter zitting aanwezig zou kunnen zijn.

Aan de heer X zijn diverse ambtshalve IB- en ZVW-aanslagen opgelegd. De bezwaren van X zijn wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de beroepen van X ongegrond. X gaat in hoger beroep. Daags voordat de zitting bij het hof zal plaatsvinden, verzoekt X uit uitstel wegens een zakelijk bezoek de volgende dag aan Singapore. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat door de proceshouding van X een onredelijke vertraging dreigt en dat dit zwaarder weegt dan het belang dat X ter zitting aanwezig zou kunnen zijn. Het verzoek wordt daarom afgewezen. Hiertoe wordt overwogen dat X structureel om uitstel verzoekt. De uitstelverzoeken hebben zowel betrekking op de aangiften, als op het verstrekken van inlichtingen in de bezwaarfase, het motiveren van de beroepschriften, de zittingen bij de rechtbank en de motivering van de hoger beroepen. Bovendien heeft X de aangiften ook nog steeds niet ingediend. De hoger beroepen zijn overigens wel ontvankelijk. De enkele opmerking in één van zijn uitstelverzoeken luidt namelijk "Dan kan ik aantonen geen positief maar een negatief inkomen te hebben genoten.", is daartoe voldoende. De beroepen van X zijn ongegrond, aangezien de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen