Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op renteaftrek omdat X geen restschuld heeft.
X heeft een woning waarin hij van 14 maart 2008 tot en met 26 januari 2009 woont. In zijn aangifte IB/PVV 2019 claimt X geen kostenaftrek voor de woning. X verzoekt in 2021 om een ambtshalve vermindering voor 2019 vanwege hypotheekrenteaftrek voor een restschuld. De inspecteur wijst het verzoek af. In geschil is of X recht heeft op hypotheekrenteaftrek voor een restschuld. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op renteaftrek voor een restschuld omdat X geen restschuld heeft. De inspecteur stelt dat de vroegere eigen woning op 18 december 2008 is verkocht. De rechtbank gaat uit van deze verkoopdatum omdat X de verkoopdatum niet betwist. De schuld ontstond niet direct voorafgaand aan een vervreemding in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017. Doordat X geen restschuld heeft in box 1 weigert de inspecteur terecht de renteaftrek in box 1.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.120a
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 12 januari
Informatiesoort: VN Vandaag