De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur weliswaar de discretionaire bevoegdheid heeft om een verdergaande terugwerkende kracht te verlenen, maar dat X bv bovenal zelf een eigen verantwoordelijkheid heeft om tijdig een verzoek om vrijstelling te doen.
X bv exploiteert een autoleasebedrijf. Haar klanten zijn onder meer taxibedrijven en de politie. Voor een groot aantal auto's is verzuimd de betreffende MRB-vrijstellingen te claimen. In geschil is of die alsnog met ruime terugwerkende kracht vanaf de datum van ingebruikneming kunnen worden toegepast. De inspecteur heeft de vrijstellingen, conform het Kaderbesluit MRB (V-N 2014/14.17), pas toegekend met ingang van het begin van het tijdvak waarin de verzoeken zijn binnengekomen. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is niet duidelijk waarom een consistente toepassing van het Kaderbesluit zwaarder zou moeten wegen dan het grote financiële belang van X bv. Het hof verleent de vrijstellingen alsnog conform het standpunt van X bv. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur weliswaar de discretionaire bevoegdheid heeft om een verdergaande terugwerkende kracht te verlenen, maar dat X bv bovenal zelf een eigen verantwoordelijkheid heeft om tijdig een verzoek om vrijstelling te doen. Het verlenen van een ruimere terugwerkende kracht kan bij de Belastingdienst tot uitvoeringsproblemen leiden, omdat het karakter van de vrijstellingen meebrengt dat de daarvoor relevante feiten vaak het beste door fysieke waarneming kunnen worden gecontroleerd. Het grote financiële belang van X bv is op zich geen bijzondere omstandigheid (art. 4:84 Awb). Het te laat om vrijstelling verzoeken komt voor rekening en risico van X bv. Toetsing van de vrijstellingsbeschikkingen aan het in evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb) leidt niet tot een andere uitkomst. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond. De terugwerkende kracht is door de inspecteur terecht beperkt tot de aanvang van het tijdvak waarin hij de verzoeken heeft ontvangen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:84
Algemene wet bestuursrecht 3:4
Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 27
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 5 september