Belanghebbende, X, verricht werkzaamheden als secretaris voor het verantwoordingsorgaan van stichting A. Voor het bijwonen van vergaderingen ontvangt hij vacatiegeld. In 2012 geniet X € 1040 aan vacatiegelden en in 2013 € 2080. In zijn IB-aangifte verantwoordt X, na aftrek van een bedrag van € 1500 als vrijgestelde vrijwilligersvergoeding, een bedrag van € 508. De inspecteur corrigeert de aangifte. Volgens hem is het volledige bedrag van € 2080 belast.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door X genoten vergoeding behoort tot zijn belastbaar inkomen uit werk en woning. De rechtbank verwerpt daarbij de stelling van X dat rekening moet worden gehouden met de nettovergoeding. Volgens de rechtbank is de vrijwilligersregeling niet van toepassing omdat de brutovergoeding meer dan € 1500 per jaar bedraagt. Verder biedt de wet geen ruimte voor een partiële toepassing van de vrijstelling.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 2
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 juni