Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat er geen samenhang bestaat tussen de 33 gegronde bezwaren die door de gemachtigde zijn ingediend. De heffingsambtenaar overlegt te weinig informatie om te kunnen beoordelen of er zich bijzondere omstandigheden voordoen als bedoeld in art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht.

Een gemachtigde maakt namens een groot aantal belanghebbende op verschillende data afzonderlijk bezwaar tegen aan hen bekendgemaakte WOZ-beschikkingen 2015 van de gemeente Oirschot. De beschikkingen betreffen verschillende objecten. Er vinden vier telefonische hoorzittingen plaats waar de bezwaren worden besproken. De heffingsambtenaar verklaart in totaal 15 bezwaren gegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat er geen samenhang bestaat tussen de 33 gegronde bezwaren die door de gemachtigde zijn ingediend. Daarvoor verschillen de onroerende zaken teveel. Evenmin bestaat er aanleiding om toepassing te geven aan artikel 2 lid 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Ofschoon de rechtbank matiging van de proceskosten voor het bijwonen van de hoorzittingen bij een aantal van 33 bezwaren in beginsel niet uitsluit, overlegt de heffingsambtenaar in dit geval onvoldoende concrete gegevens over de werkzaamheden van de gemachtigde van belanghebbenden op de vier hoorzittingen ten aanzien van alle 33 gegronde bezwaren. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om af te wijken van het forfaitaire tarief.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 3-2

Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 13 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen