Belanghebbende, X, maakt bewaar tegen een bedrag aan aanmaningskosten van € 6. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de ontvanger terecht heeft geweigerd X een vergoeding van de kosten van bezwaar toe te kennen. De rechtbank ziet ook geen reden voor een proceskostenvergoeding. Hof Den Haag verklaart het hoger beroep van X gegrond. Het eerst in hoger beroep gedane verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wijst het hof af.
De Hoge Raad oordeelt dat ook wanneer pas bij het hof een beroep wordt gedaan op overschrijding van de redelijke termijn, een schadevergoeding kan worden toegekend die ook betrekking heeft op de lange duur van de behandeling van het bezwaar en/of beroep in eerste aanleg (vgl. HR 10 juni 2011, nr. 09/05112, BNB 2011/233). Bij de beoordeling of de redelijke termijn is overschreden, wordt dan echter wel de duur van de totale procedure in ogenschouw genomen. Een voortvarende behandeling van het hoger beroep kan er dan toe leiden dat de overschrijding in de bezwaarfase en het beroep in eerste aanleg wordt gecompenseerd. Rekening houdend met het voorgaande kan de beslissing van het hof over de schadevergoeding in stand blijven. De overige klachten van X kunnen niet tot cassatie leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Algemene wet bestuursrecht 7:15