Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden. X heeft namelijk niet gereageerd op het voornemen van de inspecteur om tot naheffing over te gaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
X doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz S coupé en voldoet aldus € 20.867. Na hertaxatie in opdracht van de inspecteur volgt een naheffing van € 7494, alsmede een 10% verzuimboete. Zowel de aanslag als de boete zijn na bezwaar vernietigd. In geschil is onder meer of het EU-verdedigingsbeginsel door de inspecteur is geschonden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep wordt de gemachtigde van X geweigerd wegens zijn onbetamelijke taalgebruik.
Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2021/13.1.6) oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden. X heeft namelijk niet gereageerd op het voornemen van de inspecteur om tot naheffing over te gaan. De door de inspecteur geboden reactietermijn was ook niet dusdanig kort dat het X onmogelijk of uiterst moeilijk werd gemaakt om te reageren. De hoogte van de invorderingsrente kan pas aan de orde worden gesteld als de ontvanger bij de teruggaaf een daartoe strekkende beschikking heeft gedaan. Het hoger beroep van X is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 19 oktober