Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Personen met een LAT-relatie die worden aangemerkt als fiscaal partner omdat zij een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, zijn juridisch niet gelijk aan personen met een LAT-relatie die geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.

X en Y zijn fiscaal partners. Zij hebben een LAT-relatie en ieder een eigen koopwoning. In de aanslag IB/PVV 2021 is één van de woningen aangemerkt als eigen woning in box 1. De andere woning wordt tot de rendementsgrondslag van box 3 gerekend. Deze benadeling - de zogenoemde 'trouwboete' - is volgens X in strijd met onder meer het gelijkheidsbeginsel. Personen met een LAT-relatie die in fiscale zin worden aangemerkt als partner, worden achtergesteld ten opzichte van personen met een LAT-relatie die niet worden aangemerkt als partner.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Personen met een LAT-relatie die worden aangemerkt als fiscaal partner omdat zij een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, zijn juridisch niet gelijk aan personen met een LAT-relatie die geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. Het aangaan van een geregistreerd partnerschap heeft immers civielrechtelijke consequenties die het hebben van enkel een LAT-relatie niet heeft. Er is dus sprake van ongelijke gevallen en die mogen dan ook fiscaal verschillende worden behandeld. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 10 december

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

1336

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen