Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden. Het niet doorgaan van het hoorgesprek is namelijk te wijten aan de niet-constructieve houding van de gemachtigde. Vanwege de coronapandemie wordt de redelijke termijn met vier maanden verlengd, zodat X geen recht heeft op een immateriële schadevergoeding.

X doet over november 2019 BPM-aangifte voor vier auto's. In bezwaar geeft X aan gehoord te willen worden. Ondanks drie concrete voorstellen daartoe door de inspecteur, vindt het hoorgesprek nimmer plaats. In geschil is primair of de hoorplicht is geschonden. Volgens de inspecteur dient het kantoor van de gemachtigde massaal BPM-bezwaren in, zodat de gemachtigde ten onrechte eist dat er wekelijks slechts één hoorgesprek met maximaal 25 zaken kan plaatsvinden.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden. Het niet doorgaan van het hoorgesprek is namelijk te wijten aan de niet-constructieve houding van de gemachtigde. Zo is door de gemachtigde nimmer een alternatieve datum aangereikt, worden aangetekende brieven van de inspecteur niet meer aangenomen en wordt ook de telefoon niet meer opgenomen als de inspecteur belt. Voor één auto claimt X terecht toepassing van een ouder (voordeliger) tarief, maar de inspecteur beroept zich vervolgens met succes op interne compensatie. In het taxatierapport is namelijk ten onrechte 100% van de schade als waardevermindering in aanmerking genomen, wat ruimschoots opweegt tegen het tariefsverschil van € 20. De beroepen van X zijn ook voor het overige ongegrond. Vanwege de coronapandemie wordt de redelijke termijn met vier maanden verlengd, zodat X geen recht heeft op een immateriële schadevergoeding.

Lees ook het thema: Wet Uitwerking Autobrief II

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 2 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen