Hof Amsterdam oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat in de meerderheid van met haar vergelijkbare gevallen heffing van vermakelijkheidsretributie te water achterwege is gebleven.

Belanghebbende, X bv, exploiteert rondvaartboten in de wateren van Amsterdam. In geschil is of X bv terecht vermakelijkheidsretributie te water op aangifte heeft voldaan.

Hof Amsterdam oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat in de meerderheid van met haar vergelijkbare gevallen heffing van vermakelijkheidsretributie te water achterwege is gebleven. Het hof definieert vergelijkbare gevallen als belastingplichtigen die zich net als X bv bezighouden met het exploiteren van vaartuigen voor het maken van een rondvaart en die de retributie verschuldigd zijn naar de maatstaf van het aantal passagiers per rondvaart. Onder rondvaart moet worden verstaan een tocht met een vaartuig volgens een bepaalde of afgesproken route die in hoofdzaak gericht is op het tonen van specifieke gemeentelijke karakteristieken. X bv heeft 212 gevallen genoemd, maar volgens het hof zijn in 117 gevallen geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden op grond waarvan in die gevallen sprake zou zijn van een vermoeden van belastingplicht. Na aftrek van deze 117 gevallen resteren 95 gevallen, waarvan er volgens X bv 67 in de heffing zijn betrokken. Schending van de meerderheidsregel doet zich derhalve niet voor. Het hof verklaart het hoger beroep van X bv ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 5 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen