Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heer X expliciet en vooraf in de gelegenheid is gesteld om een verklaring te geven voor de aansluitingsverschillen en argumenten aan te voeren op grond waarvan de btw-naheffing geheel of gedeeltelijk achterwege zou moeten blijven.
De heer X exploiteert een transportonderneming. Per 1 oktober 2013 is deze onderneming ingebracht in een bv. In 2014 start een boekenonderzoek bij X. De aanleiding hiervoor is zijn btw-balanspost per 31 december 2011. Bij het onderzoek worden echter meer aansluitingsverschillen tussen de administratie van X en zijn btw-aangiften geconstateerd. Uiteindelijk is de totale correctie circa € 377.000 voor 2009 tot en met 2013. In geschil zijn de betreffende naheffingsaanslagen. Er loopt inmiddels ook een strafzaak tegen X, omdat in zijn btw-aangiften structureel te hoge aftrek van voorbelasting werd geclaimd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X expliciet en vooraf in de gelegenheid is gesteld om een verklaring te geven voor de aansluitingsverschillen en argumenten aan te voeren op grond waarvan de naheffing geheel of gedeeltelijk achterwege zou moeten blijven. Het verdedigingsbeginsel is dus niet geschonden. De inspecteur heeft weliswaar verzuimd strafstukken in geding te brengen, maar hieraan worden geen gevolgen verbonden. Het strafrechtelijk onderzoek is namelijk pas gestart nadat de aanslagen waren opgelegd (vgl. HR 14 november 2014, 12/05832, V-N 2014/59.6). Vaststaat dat de onderneming per 1 oktober 2013 is ingebracht in een bv. De over oktober 2013 verschuldigde btw is dus ten onrechte bij X nageheven. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 1 oktober