Belanghebbende, X, drijft van 1 mei tot 31 december 2009 een juridisch adviesbureau in de vorm van een eenmanszaak. In geschil is de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 die de inspecteur hem heeft opgelegd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 het verdedigingsbeginsel niet heeft geschonden. X is voldoende in de gelegenheid gesteld om te reageren op de voorgenomen correcties. Met het opleggen van de navorderingsaanslag is X niet in zijn procesbelangen geschaad. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de MKB-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek heeft gecorrigeerd, nu X niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 2009 aan het urencriterium heeft voldaan. Verder acht de rechtbank de vergrijpboete van 25% passend en geboden. Voor zover het beroep van X ook betrekking heeft op de herziene verliesvaststellingsbeschikking 2009 merkt de rechtbank op dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 tot gevolg heeft dat het eerder bij beschikking vastgestelde verlies over het belastingjaar 2009 komt te vervallen. De verliesvaststellingsbeschikking 2009 is daarom terecht verminderd naar nihil. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 7 maart