Katja Ettwein en haar echtgenoot hebben de Duitse nationaliteit. Zij oefenen beiden een zelfstandige beroepsactiviteit uit en verwerven hun inkomen geheel in Duitsland. Op 1 augustus 2007 emigreren zij naar Zwitserland. Zij blijven hun beroepsactiviteiten uitoefenen in Duitsland. In hun IB-aangifte 2008 verzoeken de heer en mevrouw Ettwein om toepassing van de zogenaamde "splitting". Volgens de Duitse fiscus kan het echtpaar de faciliteit echter niet toepassen, omdat zij noch in de EU wonen noch in een bij de EER-Overeenkomst aangesloten staat. De Duitse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld. Advocaat-generaal (A-G) Jääskinen concludeert dat Duitsland de splittingfaciliteit aan inwoners van Zwitserland mag ontzeggen. Hieraan doet niet af dat zij de Duitse nationaliteit hebben en hun beroepsactiviteiten in Duitsland uitoefenen. Volgens de A-G verzet het EU-recht zich hier niet tegen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 2 november