Aan belanghebbende, X, is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X stelt dat het belastbare feit voor de parkeerbelasting zich niet heeft voorgedaan. Volgens X was er sprake van een overtreding in de zin van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften nu zijn auto stilstond op een plek waar dat ingevolge een wettelijk voorschrift verboden was. Heffing van parkeerbelasting is dan niet aan de orde.
Hof Amsterdam verwerpt het standpunt van X dat er sprake is van het negeren van een parkeerverbod. Gelet op de gegevens van de scanauto en de verklaring van de parkeercontroleur is in eerste instantie het vermoeden gerechtvaardigd dat X de auto op een plek heeft laten stilstaan waar dat toegestaan was. Het ligt vervolgens op de weg van X om dat vermoeden te ontzenuwen. X is hierin niet geslaagd. Zijn beweringen zijn hiervoor te vaag en inconsequent. Het hof oordeelt dat het belastbare feit voor de parkeerbelasting zich heeft voorgedaan en dat de heffingsambtenaar terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 2 januari