Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X op grond van de tekst van de Overgangsregeling noch op grond van de rechtsbeginselen in aanmerking komt voor vermindering dan wel teruggaaf van afvalstoffenbelasting. 

Belanghebbende, X, is houdster van een inrichting tot het verwerken van afvalstoffen. In geschil is of X recht heeft op teruggaaf van afvalstoffenbelasting tot een bedrag van ruim € 42 miljoen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X op grond van de tekst van de Overgangsregeling noch op grond van de rechtsbeginselen in aanmerking komt voor vermindering dan wel teruggaaf van afvalstoffenbelasting. De Overgangsregeling in verband met de afschaffing per 1 januari 2012 van art. 27 lid 1 Wbm is alleen van toepassing op stoffen die niet gestort zijn en dat ook nooit zijn geweest. X maakt niet aannemelijk dat deze situatie zich bij haar voordoet. De afvalstoffen waarvoor X teruggaaf claimt, bevinden zich weliswaar in een apart stortvak, maar in dit vak bevinden zich ook afvalstoffen waarvoor geen teruggaaf wordt geclaimd. Het beroep op het rechtszekerheidsbeginsel faalt, nu niet is gebleken dat de Belastingdienst dan wel een verantwoordelijk bewindpersoon uitlaten heeft gedaan waaraan X het vertrouwen heeft mogen ontlenen dat de in-/uitmethode in dit geval van toepassing zou blijven. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 27

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 16 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen