Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vrije EU-kapitaalverkeer niet wordt belemmerd omdat X als buiten Nederland gevestigde beleggingsinstelling niet inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting.
X is een buitenlands beleggingsfonds en claimt voor de jaren 2014 tot en met 2018 teruggaven van dividendbelasting. In geschil is of deze teruggaven terecht door de inspecteur zijn geweigerd. X stelt dat zij vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling (fbi).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vrije EU-kapitaalverkeer niet wordt belemmerd omdat X als buiten Nederland gevestigde beleggingsinstelling niet inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting (zie HR 9 april 2021, 19/00104, V-N 2021/17.10). Voor een fbi is de eventuele tegemoetkoming ook nooit hoger dan het door haar af te dragen bedrag aan dividendbelasting dat zij heeft ingehouden op de door haar uitgedeelde winst (zie HR 23 oktober 2020, 16/03954, V-N 2020/54.14, onderdeel 5.4). De beroepen van X zijn ongegrond.
Lees ook het thema Beleggingsinstellingen.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 11a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 juni