Hof Den Haag oordeelt dat de heer X niet op de juiste wijze voor de zitting van de rechtbank is uitgenodigd. De betreffende brief vermeldt namelijk slechts de dag en niet het tijdstip van de zitting. Terugwijzing blijft echter achterwege, omdat dit niet tot een beter oordeel voor X kan leiden. X heeft daardoor evenmin recht op een proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Aan de heer X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Voor het parkeren is weliswaar parkeerbelasting voldaan, maar bij het intoetsen van het kenteken is een fout gemaakt. Het bezwaar van X is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De aanslag is desondanks vernietigd en X krijgt een bezwaarkostenvergoeding van € 61,50 (€ 246 x wegingsfactor 0,25). Volgens Rechtbank Rotterdam is het bezwaar terecht als 'zeer licht' getypeerd, zodat de wegingsfactor 0,25 volstond. X stelt in hoger beroep dat hij niet voor de zitting van de rechtbank was uitgenodigd.
Hof Den Haag (V-N Vandaag 2019/1595) oordeelt dat X niet op de juiste wijze voor de zitting van de rechtbank is uitgenodigd. De betreffende brief vermeldt namelijk slechts de dag en niet het tijdstip van de zitting. Terugwijzing blijft echter achterwege, omdat dit niet tot een beter oordeel voor X kan leiden. De aanslag was al vernietigd en X heeft een bezwaarkostenvergoeding gekregen waar hij – gelet op HR 22 december 2017, nr. 17/03020, V-N 2018/2.8 – geen recht op heeft. Bij het intoetsen van het kenteken had X namelijk zelf een fout gemaakt. X heeft hierdoor evenmin recht op een proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht (vgl. HR 14 september 2012, nr. 11/03243, V-N 2012/46.12). De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:56
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 juli