Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de tweede uitspraak op bezwaar moet worden vernietigd. De heer X komt niet in aanmerking voor het kwarttarief omdat de rekeningen niet zijn betaald.
De heer X heeft twee Mercedes Benz oldtimers. Voor beide auto’s wordt de mrb-overgangsregeling gebruikt. De betreffende rekeningen voor 2018 zijn echter niet betaald. Nadat de auto’s begin 2018 uit een schorsing zijn gehaald, zijn nogmaals vergeefs rekeningen met het (kwart)tarief gestuurd. In geschil is of daarna terecht naheffingsaanslagen met het normale tarief en verzuimboetes van € 52 zijn opgelegd. Aanvankelijk zijn de bezwaren wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Later zijn deze alsnog ontvankelijk, maar ongegrond verklaard.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de tweede uitspraak op bezwaar moet worden vernietigd en dat het beroep in zoverre gegrond is. De tweede uitspraak is namelijk niet slechts een mededeling (vgl. HR 11 oktober 2019, 18/00689, V-N 2019/49.19). Hoewel tegen de eerste uitspraak te laat bezwaar is aangetekend, is de termijnoverschrijding verschoonbaar. Door de tweede uitspraak – met rechtsmiddelverwijzing - is X kennelijk in verwarring geraakt. De naheffing is wel terecht. X komt niet in aanmerking voor de overgangsregeling omdat de rekeningen niet zijn betaald. X stelt vergeefs deze rekeningen niet te hebben ontvangen. Het sturen van de rekeningen is slechts een service en X had de belasting zelf moeten voldoen. De verzuimboetes van € 52 zijn ook terecht. De rekeningen met het normale tarief had X namelijk wel ontvangen. De bezwaren tegen de rekeningen zijn niet-ontvankelijk. Als sprake zou zijn van een lacune in de rechtsbescherming, dan kan X zich tot de civiele rechter wenden.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 84a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 22 april