Hof Den Haag oordeelt dat X BV onvoldoende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van tekenen van fraude door haar afnemers. De inspecteur heeft toepassing van het BTW-nultarief terecht geweigerd.

X BV is een groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten. X BV maakt vanaf december 2016 onderdeel uit van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De inspecteur legt voor de maanden januari tot en met november 2016 aan X BV en voor december 2016 aan de fiscale eenheid X BV een naheffingsaanslag omzetbelasting op in verband met de weigering van toepassing van het nultarief. De inspecteur stelt dat X BV wist of had moeten weten dat zij onderdeel uitmaakt van een handelsketen waarin fraude plaatsvindt en dat daardoor het nultarief voor intracommunautaire leveringen niet toepasbaar is. De rechtbank beslist in het voordeel van X BV. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur het nultarief terecht weigert. X BV heeft, ondanks alle signalen, onvoldoende maatregelen genomen om fraude uit te sluiten. Van professionele handelaren in risicogoederen, zoals X BV, mag worden verwacht dat zij van de risico's op de hoogte zijn en extra zorgvuldig zijn. X BV heeft geen dan wel nagenoeg geen onderzoek naar de afnemers gedaan, goederen zijn op een ander adres dan het vestigingsadres afgeleverd en er zijn derdenbetalingen verricht door partijen die op basis van hun handelsnaam niet in de metaalhandel actief zijn. Het hoger beroep is gegrond. De naheffingsaanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 12

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 4 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen