Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan en dat daardoor geen sprake is van toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast. De inspecteur maakt op grond van de normale bewijslastverdeling de hoogte van de door hem toegepaste box 3-correctie niet aannemelijk te maken.

X heeft op 1 april 2018 aangifte IB/PVV 2017 gedaan met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.187. Hij heeft geen belastbaar inkomen uit sparen en beleggen aangegeven. De inspecteur heeft informatie ontvangen van de Zwitserse en Singaporese autoriteiten over meerdere bankrekeningen van X en zijn echtgenote bij BNP Paribas in Zwitserland en de Standard Chartered Bank in Singapore. De inspecteur heeft diverse keren verzocht om nadere informatie over het buitenlandse vermogen, maar X heeft geen informatie verstrekt. Vervolgens heeft de inspecteur op 15 december 2020 een van de aangifte afwijkende aanslag opgelegd, waarbij de grondslag uit sparen en beleggen is vastgesteld op € 649.568. De inspecteur heeft het box 3-inkomen berekend, een vergrijpboete opgelegd en een rentebeschikking vastgesteld. X heeft beroep ingesteld tegen de aanslag, de vergrijpboete en de rentebeschikking. De inspecteur heeft bij beschikking van 10 maart 2023 de aanslag, de vergrijpboete en de rentebeschikking ambtshalve verminderd. X heeft aangegeven dat het opgenomen vermogen is besteed aan dure vakanties, etentjes en boodschappen, maar heeft geen bewijsstukken ingebracht. In geschil is of het box 3-inkomen juist is vastgesteld.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan en dat daardoor geen sprake is van toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast. De niet-geheven belasting is niet aanzienlijk. Nu geen sprake is van toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast is de normale bewijslastverdeling van toepassing. De inspecteur maakt op grond van de normale bewijslastverdeling de hoogte van de door hem toegepaste box 3-correctie niet aannemelijk te maken. De schatting van het buitenlandse vermogen is gebaseerd op aannames en niet op relevante feiten en omstandigheden. De inspecteur heeft geen inzicht gegeven in de hoogte van het buitenlandse vermogen op 1 januari 2017. De enkele verklaring van X dat het vermogen is besteed aan dure vakanties, etentjes en boodschappen, is niet met bewijsstukken onderbouwd. X' beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 8 april

Informatiesoort: VN Vandaag

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen